Vanochtend zat het beestje nog steeds in de doos. Ondertussen in de living. "Hij moet de tuin in. Terug naar de mama en papa vogel". Maar de kinderen bekeken me alsof ik een boze stiefmoeder was met héle slechte bedoelingen. Gelukkig kraaide hij plots. "Oh, het beestje roept op soortgenootjes", herpakte me ik poeslief. Overduidelijk een goed argument en zo kreeg ik de dochters zover dat de vogel op de tuintafel mocht. Zonder doos.
Hij kraaide. Hij hupte.
De mama en papa vogel kraaide plots ook van heel ver.
Wij zaten achter het raam. Klaar om een poezenaanval af te slaan.
Toen hupte het beestje (ondertussen Wim gedoopt) de tuin door. Helemaal naar 't punt waar we hem vonden. Helemaal tot dicht bij zijn ouders die van zo'n 4 meter hoog toekeken wat we met hun baby deden.
Alles ging goed en we konden met een gerust gemoed naar school.
Maar... om 16 uur kreeg ik telefoon "Mama, Wim was er nog altijd. En ondertussen kan hij truukjes."
We zijn nu zo'n 6 uur later en Wim zit na een lange avond op armen, schoot en schouders buiten in een hok. Veilig weg van de poezen.
Enig nadeel... morgen zit ie er dus nog. En dan borrelt die vraag weer op "Wat nu?*"
Wat was die gouden raad van mijn ouders vroeger toen ik met beesten kwam aandraven? "Geen naam geven. Want dan ben je verloren." Grmpf.
Voor wie ook plannen heeft met babyvogels.... volgens Luna is dit een slecht seizoen. Zo'n kraai trainen is kei warm!
* Kauwboy?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten